Manifest

#OutInChurch

Voor een kerk zonder angst

Wij zijn het! Er is veel over ons gezegd. Nu nemen we zelf het woord.

 

Wij, dat zijn professionele, vrijwillige, toekomstige en voormalige werknemers van de Rooms-Katholieke Kerk. Wij werken met toewijding in het school- en universitair onderwijs, in catechese en opvoeding, zorg en behandeling, administratie en organisatie, in sociaal en liefdadigheidswerk, als kerkmusicus, in de kerkleiding en de pastorale zorg. Wij identificeren ons onder andere als lesbisch, homo, bi, trans, inter, queer en non-binair.

 

Onze groep is divers. Het gaat om mensen die in het verleden moedig en vaak op eigen kracht uit de kast durfden te komen in kerkelijk verband. Maar er zijn ook mensen bij die nu pas hebben besloten deze stap te zetten, en mensen die deze stap om uiteenlopende redenen niet kunnen of willen zetten. Wat ons bindt, is dat wij allen altijd al deel hebben uitgemaakt van de kerk en haar ook vandaag mee helpen vormgeven.

 

De meesten van ons hebben veel ervaring met discriminatie en uitsluiting – ook in de kerk.

Het leergezag van de Kerk beweert onder meer dat wij “geen correcte relaties kunnen aangaan”[1] met andere mensen, dat wij tekortschieten in ons mens-zijn vanwege onze “objectief ongeordende neigingen”[2] en dat relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht niet kunnen worden erkend als “in lijn met het geopenbaarde plan van God”[3].

 

Dergelijke uitspraken zijn in het licht van theologisch-wetenschappelijke en menswetenschappelijke bevindingen niet langer aanvaardbaar of serieus te nemen. Zij zijn een belastering van ‘queer’ liefde, geaardheid, gender en seksualiteit en devalueren onze persoonlijkheid.

 

Een dergelijke discriminatie is verraad aan het Evangelie en druist in tegen de evangelische opdracht van de Kerk om “teken en instrument van de innige verbondenheid met God en van de eenheid van de gehele mensheid” te zijn[4].

 

Over deze toestand willen wij niet langer zwijgen. Wij eisen een correctie van mens verachtende doctrinaire uitspraken – ook met het oog op de wereldwijde kerkelijke verantwoordelijkheid voor de mensenrechten van LHBTIQ+ personen. En wij eisen een wijziging van het discriminerende kerkelijke arbeidsrecht, met inbegrip van alle vernederende en uitsluitende formuleringen in de basisorde van de kerkelijke dienst.

 

Want: tot nu toe kunnen velen van ons in ons kerkelijk beroep of onze kerkelijke omgeving niet openlijk uitkomen voor onze genderidentiteit en/of seksuele geaardheid. Er is het risico op arbeidsrechtelijke gevolgen, ja zelfs op de vernietiging van onze professionele existentie. Sommigen van ons hebben meegemaakt dat bisschoppen, vicarissen-generaal of andere leiders hen hebben gedwongen hun seksuele geaardheid en/of genderidentiteit geheim te houden. Alleen op deze voorwaarde hebben zij toestemming gekregen om in kerkelijke dienst te blijven. Dit heeft geleid tot een systeem van verzwijgen, dubbele moraal en onoprechtheid. Het veroorzaakt talrijke toxische effecten, het beschaamt en maakt ziek; het kan een negatieve invloed hebben op de persoonlijke relatie met God en op de persoonlijke spiritualiteit.

 

Iedereen in de kerk, in het bijzonder bisschoppen in hun leiderschapsrol, is verantwoordelijk om een cultuur van diversiteit te creëren, zodat LHBTIQ+ personen hun beroep en roeping in de kerk openlijk en zonder angst kunnen uitoefenen en daarbij gewaardeerd worden.

 

Seksuele geaardheid of genderidentiteit en het aangaan van een niet-heteroseksuele relatie of huwelijk mogen nooit worden beschouwd als een overtreding van loyaliteit en bijgevolg als een belemmering voor tewerkstelling of een reden voor ontslag. LHBTIQ+ personen moeten vrije toegang hebben tot alle pastorale beroepen.

 

Verder moet de kerk in haar riten en vieringen tot uitdrukking brengen dat LHBTIQ+ personen, of zij nu alleen leven of een relatie hebben, door God gezegend zijn en dat hun liefde veelvoudig vrucht draagt. Dit omvat op zijn minst de zegening van paren van hetzelfde geslacht die om een dergelijke zegening vragen.

 

Met al deze eisen zetten wij gezamenlijk de stap in de openbaarheid. We doen dit voor onszelf en we doen dit in solidariteit met andere LHBTIQ+ personen in de Rooms-Katholieke Kerk die hier (nog) niet of niet meer de kracht voor hebben. Wij doen dit in solidariteit met alle mensen die het slachtoffer zijn van stereotypering en marginalisering door seksisme, afwijzend gedrag, antisemitisme, racisme en alle andere vormen van discriminatie.

 

Maar we doen dit ook voor de kerk. Omdat wij ervan overtuigd zijn dat alleen handelen in waarachtigheid en eerlijkheid recht doet aan datgene waarvoor de kerk er moet zijn: de verkondiging van de blijde en bevrijdende boodschap van Jezus. Een kerk die in haar kern de discriminatie en uitsluiting van seksuele en genderminderheden bevat, moet zich de vraag stellen of zij zich daarbij op Jezus Christus kan beroepen.

 

De levensontwerpen en levenservaringen van ‘queer’ mensen zijn veelzijdige vindplaatsen van geloof en goddelijke activiteit. Het is onze overtuiging en ervaring dat onze verscheidenheid de kerk rijker, creatiever, mensvriendelijker en levendiger maakt. Als kerkelijk werkers willen wij onze levenservaringen en onze charisma’s op voet van gelijkheid in de kerk inbrengen en delen met alle christenen en niet-christenen.

 

Voor een nieuw begin is het essentieel dat kerkleiders verantwoordelijkheid nemen voor de talloze ervaringen van lijden door LHBTIQ+ personen in de kerk, de schuldige geschiedenis van de kerk in dezen aanpakken en onze eisen inwilligen.

 

De strijd voor gelijkheid en tegen discriminatie kan niet alleen aan gemarginaliseerde minderheden zelf worden overgelaten. Die strijd gaat iedereen aan.

 

Met dit Manifest komen wij op voor een vrij samenleven en samenwerken in onze kerk, gebaseerd op de erkenning van de waardigheid van allen. Wij nodigen daarom iedereen uit, vooral degenen die verantwoordelijke posities bekleden en leiding geven in de kerk, om dit manifest te steunen.

 

Status: 24.01.2022

 

 

[1] Onder andere: Congregatie voor de Clerus: De gave van de roeping tot het priesterschap. Ratio Fundamentalis Institutionis Sacerdotalis, (2016), nr. 199.

[2] Onder andere: Congregatie voor de Geloofsleer, Beschouwingen over het ontwerp van wettelijke erkenning van het samenwonen van homoseksuele personen (2003), en: Catechismus van de Katholieke Kerk (1997), n. 2357.

[3] Congregatie voor de Geloofsleer, Responsum ad dubium over de zegening van verbintenissen tussen personen van hetzelfde geslacht (2021).

[4] Tweede Vaticaans Concilie, Lumen Gentium 1.